Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tweevleugelig

betekenis & definitie

bn., twee vleugels hebbend; Tweevleugeligen, tweevleugelige insecten (Diptera), een der grootste orden van insecten; zij hebben twee vliezige, ongeplooide, door aderen in cellen verdeelde vleugels en in plaats van achtervleugels twee kolfjes: de vliegen en muggen zijn tweevleugelige insecten.