Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Toets

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-en), TOETSJE, o. (-s),

1. proef tot het bepalen van het gehalte van goud en zilver (soms ook van andere edele metalen) door het aan de toetssteen te strijken: men zag bij de toets dadelijk, dat het stuk goud te weinig gehalte had; wat nauwkeurigheid betreft staat de toets ten achter bij andere methoden van onderzoek; — de toets niet doorstaan;
2. proef, onderzoek in ’t alg.: het strafrecht werd aan een nauwlettende toets onderworpen; deze sportgebeurtenis was een mooie toets voor de Olympische wedstrijden; — de toets der kritiek doorstaan; dat kon de toets der waarheid niet doorstaan;
3. toetssteen: iridiumhoudend goud op de toets onderzoeken; — (oneig.) beproevingsmiddel, criterium: ter toets brengen, op de proef stellen; op de toets, ter toetse komen;
4. (schild, enz.) tikje, korte streek, even aanrakende beweging met een tekenstift, penseel en derg.: de verf is met kleine toetsjes aangebracht; het zijn zovele tikjes waarmee de schilder het visioen doet herleven; — streek, haal enz. die een bep. effect heeft, een bep. accent geeft, inz. een zwaar accent: een zonder toetsen in dunne verf geschilderde jeugdstudie van de schilder; — (oneig.) wiegend, haar fijne heupjes, gleed haar blik nog even als laatste toets over haar gehele verschijning;
5. manier van schilderen, tekenen enz.: Ostade's toets is fijn en smeltend; hoe ongedwongener de hand, hoe vrijer de toets; — (oneig.) in die roman is alles breed van toets;
6. elk van de onderdelen die bij een klavierinstrument het klavier vormen, t.w. smal, beweeglijk stukje hout of ivoor, waarop de vinger drukt en welks uiteinde alsdan de klep van een orgelpijp opent, of een hamertje in beweging brengt, dat tegen de snaren slaat, waardoor de toon wordt voortgebracht: de witte en zwarte toetsen; een verkeerde toets grijpen, aanslaan;
7. (bij verg.) op het voorafgaande gelijkend onderdeel van een machine of toestel: de telegrafist heeft slechts de toetsen van de letters welke hij wil overseinen neer te drukken; de kletterende toetsen van de schrijfmachine;
8. houten plaat die bij alle strijk- en bij vele tokkelinstrumenten op de bovenzijde van de hals is aangebracht: bij het bespelen van strijkinstrumenten wordt de lengte van de snaar geregeld door deze op bepaalde plaatsen tegen de toets aan te drukken.