Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Thebae

betekenis & definitie

Gr. The'bai,

1. stad in Egypte, de residentie van het Meuwe Rijk (± 1580—1100) met prachtige paleizen en tempels; volgens Home'rus (Ilias 9, 383) had zij 100 poorten;
2. hoofdstad van Boeo'tië aan de Isme'nus met de burcht Cadme'a (Gr. Kadmci'a), in de Ilias (4, 406) het ,,zevenpoortige” genoemd ; in de mythische tijd geboorteplaats van He'racles, Amphi'on en Tire'sias; toneel van de lotgevallen van Oe'dipus, de oorlog der Zeven tegen Thebe en der Epigo'nen ; in de Perzische oorlog tegenstandster van Athene ; door Epaminoudas in het bezit der hegemonie 371—362 ; in 335 door Alexander de Grote geheel vernietigd (behalve het huis van Pindarus) tot straf voor zijn af val van Macedonië.

< >