Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Strijkstok

betekenis & definitie

m. (-ken),

1. met paardenharen bespannen, aan de uiteinden omgebogen stok om een viool of bas mee te bespelen : een strijkstok opnieuw bespannen, van nieuwe haren voorzien ;
2. stok waarmee een maat wordt afgestreken ; er blijft veel aan maat en strijkstok hangen, die de zaak in handen heeft eigent zich veel toe ;
3. (Zuidn.) strekel, wetplankje der maaiers.