Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STATISTIEK

betekenis & definitie

I. (<Hd.), v.,

1. leer en methode om door middel van cijfers inzicht te krijgen in hetgeen in de maatschappij bestaat en werkt; in alg. zin het tellen en nieten van meetbare verschijnselen, bep. van massale verschijnselen, waarbij het resultaat in tabellen of grafische voorstellingen wordt weergegeven ; theoretische of mathematische statistiek, de beoordeling van de betrouwbaarheid der statistische tellingen ; centraal bureau van de statistiek, staatslichaam dat statistische gegevens verzamelt en publiceert;
2. (-en) uitkomst van een onderzoek als bij 1., stuk waarin feiten of gegevens van statistische aard zijn vervat: een statistiek opmaken ; statistieken van geboorten en sterfgevallen, van in- en uitvoer.

II. bn., behorend tot de statistiek (I), bestaande in of gegrond op de verzameling van sociale feiten, in cijfers uitgedrukt: statistieke kennis, opgaven.