Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Slee (stomp, bot)

betekenis & definitie

bn.,

1. (van tanden) stroef: van het kerseneten krijg ik sleeë tanden, dan kan ik daarna niet goed meer bijten;
2. (van werktuigen) stomp, bot: de zaag wordt slee, de tanden er van zijn niet meer scherp;
3. de tanden stroef makend, wrang: die kersen zijn nog slee;
4. (gew.) loom, moe, niet fris, soezerig, niet bijdehand.

< >