SCHAPULIER' (<Fr.-Lat.), o. (-en), (R.-K.)
1. schouderkleed, strook stof van bep. kleur door sommige orden op borst en rug over het habijt gedragen;
2. twee lapjes gewijde stof, door linten verbonden, uit devotie door leken onder de kleren over borst en rug gedragen: het schapulier van de Berg Carmel, twee vierkante stukjes bruine stof.