Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Sago

betekenis & definitie

v., voedingsmiddel bereid uit het merg van sommige palmsoorten (inz. Metroxylon rumphii) en enkele andere planten ; — inlandse sago, gekorreld en in stoom verhit zetmeel der aardappels en andere knolgewassen, dat gelijkt op en gebruikt wordt als echte sago.