I. v.,
1. bekende specerij, bereid uit de snel gedroogde stempels en een gedeelte van het stijltje van de gewone saffraan (Crocus sativus), een lisbloemig bolgewas dat oorspronkelijk uitsluitend in Klein-Azië, maar thans ook in bijna geheel Europa gekweekt wordt; — valse saffraan, saffloer;
2. gele verfstof uit de genoemde plant bereid; zij is zo geel als saffraan, heeft een geelbleek gezicht zonder de minste blos; — hij weet er zoveel van als de kat van saffraan, hij weet er totaal niets van;
3. wilde saffraan, ben. voor soorten van het geslacht Crocus, voor de herfsttijloos en voor de saffloer;
II. o., kleur (als) van saffraan, oranjegeel; — ook als bn.