Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ramshoofd

betekenis & definitie

o. (-en),

1. hoofd van een ram;
2. paardekop met sterk gebogen voorhoofd, dat met de neus nagenoeg een halve cirkel maakt;
3. paard met een ramshoofd (2.): een half ramshoofd, paard met fraai gebogen voorhoofd, zacht gebogen neus en spitsen mond.