(Fr.-Lat.), v. (-s, ...tiën),
1. het projecteren: loodlijnen laten vallen uit de punten van een voorwerp op een plat vlak, om zodoende een projectietekening te krijgen;
2. afbeelding van een voorwerp, vlak of lijn buiten een vlak die men verkrijgt door uit elk punt een loodlijn neer te laten op dat vlak: horizontale en verticale projectie;
3. het projecteren in de bet. van: de oppervlakte van een bol, inz. van de aarde, of een deel daarvan volgens zekere regels afbeelden op een plat vlak: Mercators projectie;
4. het projecteren in de bet. van: lichteffecten zodanig op een vlak doen vallen dat er een beeld ontstaat: de projectie van lantaarnplaatjes.