Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Profiel

betekenis & definitie

(<It.), o. (-en),

1. zijaanzicht, silhouet, inz. van het menselijk gelaat: een echt Grieks profiel; het profiel van de neus;
2. beloop van een verticale doorsnede: het profiel van een borstwering, van een kroonlijst; het profiel van dijken, wegen, kanalen; — (spoorw.) profiel van vrije ruimte, doorsnede (loodrecht op de rails) van de ruimte boven de spoorbaan, waarbinnen zich geen vaste of losse onderdelen van constructies mogen bevinden;
3. (mets.) elk der latten of ribben die op de hoeken van muren worden gesteld, waarnaar het metselwerk moet worden opgetrokken.