Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Plint

betekenis & definitie

(<Er.), o. en v. (-en), (bouwk.)

1. onderste, recht opgaand deel van het basement van een zuil;
2. vlak stuk tot verzwaring aan de voet van een gebouw ;
3. vlak belegstuk van hout, marmer enz. aan de voet der wanden in gangen en kamers, voetlijst; — doordraaiende plint, die met de deur meedraait.