Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pelops

betekenis & definitie

zoon van Tan'talus, die, om de goden te verzoeken, zijn zoon had geslacht en hun als maal voorgezet ; alleen Demeter, die in haar rouw over Persephone op niets acht sloeg, at een schouderstuk: de goden maakten Pelops weer levend en gaven hem een ivoren linker schouder (Ovid., Met. 6,401 vg.). Hij kwam uit Phrygië naar Griekenland over, huwde in Elis Hippodame'a, de dochter van Oeno'maüs (zie ald.) en regeerde zó roemrijk dat het gehele schiereiland naar hem genoemd werd ; door Tantalus’ euveldaad rustte er evenwel een vloek op zijn geslacht die onder de Pelopiden vele ongelukken en gruweldaden veroorzaakte.