Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opschrijven

betekenis & definitie

(schreef op, heeft opgeschreven),

1. neerschrijven : schrijf op wat ik u dicteren zal;
2. (inz.) schrijven op iets, inz. om iets te onthouden of vast te leggen: iemands naam opschrijven, aantekenen; — iem. opschrijven, zijn naam aantekenen ; — (fig.) hij is ten dode opgeschreven, hij moet sterven, kan niet meer beter worden; — (van herinneringen, gebeurtenissen enz.) optekenen, te boek stellen: zijn gedachten opschrijven;
3. een lijst van iets maken : de was opschrijven, een lijst van het wasgoed maken: een boedel opschrijven, er een inventaris van maken; — de koopwaar laten opschrijven, het op de rekening laten zetten; — (oneig.) dan kun je het wel opschrijven, opgeven, er het bijltje bij neerleggen; {ook) dan hoef je er niet meer op te rekenen;
4. schrijvende verbruiken: al mijn inkt is opgeschreven.