Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ontvluchten

betekenis & definitie

(ontvluchtte, is ontvlucht),

1. wegvluchten: de ontvluchtende vijand nazitten.
2. vluchten voor, door te vluchten ontkomen: naar buiten! de indrukken van elke dag ontvlucht, het gewone leven afgeschud!; het ouderlijke huis, het gevaar ontvluchten.