Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omhelzen

betekenis & definitie

(omhelsde, heeft omhelsd),

1. iem. de armen om de hals slaan, als teken van liefde en gehechtheid : hij omhelsde haar teder;
2. omvatten: hij viel hem te voet en omhelsde zijn knieën;
3. (fig.) aannemen : een gevoelen, een leer, een godsdienst omhelzen ;
4. betrachten, in beoefening brengen: de deugd omhelzen ; — geestelijk leven omhelzen, dat leven en de verplichtingen die het oplegt op zich nemen;
5. (dicht.) als met armen omvatten.