Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Oker

betekenis & definitie

I. (<Lat.-Gr.), v. (-s),

1. aardsoort, bestaande uit kleiaarde en min of meer donker gekleurd ijzeroxyde, als verfstof en tot polijsten dienende ;
2. gele, rode of bruine verf uit oker (1.) bereid: iets in gele oker zetten.

II. m. (-s), (Zuidn.) okkernoteboom.