(<Gr.), v., ziekelijke geslachtsdrift, bij vrouwen en vrouwelijke dieren.
O AFKORTINGEN o. — 1. (spraakk.) onzijdig;
— 2. order (in wisselzaken), b.v. o/Twentse Bank.
O. — 1. Oost, Oosten;
— 2. (sciieik.) oxygenium, zuurstof.
Ω — (electr.) okm. o. a. — onder andere(n). O. A. M. D. G — (Lat.) Omnia Ad Majorem Dei Gloriam, alles ter meerdere ere Gods.
Ob. — (Lat.) obiit, overleden.
Obl. — obligatie. O. Carm. — Ordo Carmelitarum, orde der Carmelieten.
Oct. — October. O. E. S. A. — Or do Eremitarum Sancti Augustini, orde der Augustijnen.
O. F. M. — Ordo Fratrum Minorum, orde der Minderbroeders o. g. — opgenomen geld. o. g. v. — onder gebruikelijk voorbehoud. O.-I. — OostIndië; — oostindisch. o. i.
— onzes inziens. O. I. O. — OostIndische Compagnie. O. I. L. — Oostindisch Leger.
O. K. — (Amerik.-Eng.) all correct(?) in orde.
O. K. en W. — Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. O. L. — Oosterlengte. O.L. V. — Onze Lieve Vrouw. o.
I. v. — onder leiding van. O.M. — Openbaar Ministerie. o. m. — 1. onder meer;
— 2. ongehuwde man.
O. M. C. — Ordo Minorum Capucinorum, orde der Capucijnen.
ong. — ongeveer. onz. — onzijdig. O. O. — onderofficier. O. P. — 1. Ordo Praedicatorum, orde der Predikheren of Dominicanen;
2. Oranje Pecco, zwarte thee met oranje puntjes.
Op. — opus, werk, inz. ter aanduiding van een muziekwerk.
op. cit. — (Lat.) opere citato, in het aangehaalde werk.
Openb. — Openbaring (van Johannes).
O. P. N. — (Lat.) Ora Pro Nobis, bid voor ons.
opm. — opmerking. opp. — oppervlakte. O. Praem. — Ordo Praemonstratensium, orde der Praemonstratensers of . Norbertijnen.
O. S. — Oude Stijl (volgens de Juliaanse tijdrekening).
O. S. B. — Ordo Sancti Benedicti, orde der Benedictijnen.
O. T. — Oude Testament. Ov. — Overijsel. o. v. — ongehuwde vrouw. O. V. — Oude Verbond. O. w.
— Oorlogswinst. o. w. — 1. onder wie;
2. openbare werken.