Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Noordpool

betekenis & definitie

[accent wisselt], v.,

1. noordelijk eindpunt v. d. aardas;
2. land bij de Noordpool;
3. plaats waar het zeer koud is : het is daar een noordpool;
4. punt der magneetnaald die naar het Noorden wijst;
5. Noordpool der ecliptica, punt van de hemel, dat geen lengte maar een breedte van 90 graden heeft.