Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Meerderheid

betekenis & definitie

v.,

1. hoedanigheid van anderen te overtreffen in rang, bekwaamheid, macht: iemands meerderheid erkennen; iem. zijn meerderheid doen gevoelen; een gevoel van meerderheid hebben; — zedelijke, geestelijke meerderheid.
2. het groter zijn in aantal dan een andere hoeveelheid: bij meerderheid van stemmen; bij (met) volstrekte meerderheid van stemmen, met meer dan de helft der geldig uitgebrachte stemmen: — bij (met) betrekkelijke meerderheid van stemmen, met meer stemmen op één persoon (of iets) dan op een ander, doch minder dan de helft.
3. partij die het grootste aantal stemmen kan uitbrengen: een overstemmen van de minderheid door de meerderheid; — het grootste gedeelte van een zekere klasse van personen: de grote meerderheid van het dorp wist niets.