Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Leeglopen

betekenis & definitie

(liep leeg, heeft en is leeggelopen),

1. (van lichamen, ruimten, enz.) door wegvloeien enz. ledig worden : het vat is leeggelopen ; de stad is leeggelopen;
2. (van personen) zonder iets te verrichten rondlopen, zonder bezigheden zijn: hij heeft een hele dag leeggelopen.