Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kever

betekenis & definitie

m. (-s),

1. (nat. hist.) kevers, alg. naam der schildvleugelige insecten (Coleoptera), een der tien orden waarin de klasse der insecten verdeeld wordt, gekenmerkt door de schilden (het voorste paar vleugels) waaronder de achtervleugels zijn opgevouwen;
2. exemplaar van een bep. soort van de onder 1. genoemde orde;
3. (mil.) paard;
4. (als scheldw.) domoor, sukkel.