Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Karnen

betekenis & definitie

(karnde, heeft gekarnd),

1. het verrichten van de bewerking waardoor de boterdelen uit melk worden afgezonderd, hetzij naar de oude wijze door er een stok met een schijf door te halen en te schudden, of in een karnmolen: deze boer karnt driemaal in de week; melk, room karnen; — (gew.) hij is ook goed in zijn gat gekarnd, hij is vreselijk in angst, in ongerustheid;
2. door de genoemde bewerking doen ontstaan: boter karnen;
3. in de Indische mythologie wordt gesproken van het karnen van de oceaan of de melkzee, dat door de goden geschiedde met de berg Mandara, om de onsterfelijk makende godenspijs weer te verkrijgen.