Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jansenist

betekenis & definitie

m.(-en), naam, door de R.-K. Kerk gegeven aan hen die zich niet wilden neerleggen bij de pauselijke veroordeling van zekere stellingen, volgens hun mening ook niet geleraard door hun voorganger Cornelius Jansenius, bisschop van Ieperen, overleden in 1638.

In Nederland vormen zij het kerkgenootschap der Oudbisschoppelijke Clerezie. Ook als bn. gebruikt.