bn. bw., (gew.) ijl, niet dik: zijn haar wordt iel; het koren staat iel; die kool is veel te iel geplant, te ver uiteen ; — weinig substantieel: dat goed is iel en zal wel gauw stuk zijn ; — een iel kind, fiets en mager.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk