Gr. Ho'mèros, de eerste nationale dichter der Grieken, over wiens persoon niets met zekerheid bekend is; in de Oudheid reeds was hij geheel een sagengestalte (als zodanig behandeld in een op naam van Herodotus staand volksboek). Hij zou blind geweest zijn.
Zeven steden beroemden zich op de eer zijner geboorte (Smyrna, Rhodus, Colophon, Salamis, Chios, Argos, Athene). Op zijn naam staan de twee grootste epen der wereldliteratuur, de I'lias en de Odyssee'; voorts worden een aantal hymnen aan hem toegeschreven. Tot de derde eeuw v. C. beschouwde men Homerus als de dichter van beide werken, maar sinds de Alexandrijnse tijd is de ,,Homerische kwestie” ontstaan, de vraag, of niet tot het ontstaan van beide kunstwerken verschillende dichters hebben medegewerkt en die gedichten eerst langzamerhand hun tegenwoordige gedaante hebben gekregen (liederen- en uitbreidingstheorie). Is er echter één Homerus geweest, dan kan men aannemen, dat hij ± 800 gewoond heeft in KI.-Azië, de Ilias in zijn jeugd en de Odyssee op gevorderde leeftijd dichtte.