Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Heugen

betekenis & definitie

(heugde, heeft geheugd), in iemands geheugen zijn, herinnerd worden (onpers.): het heugt mij nog als de dag van gisteren; voor zover mij heugt, voor zoveel ik mij kan herinneren ; — als pers., onoverg. ww. : de tijd heugt mij niet, dat ik daar geweest ben; — dat zal u heugen, daar zult ge nog lang een onaangename herinnering aan hebben, het zal u berouwen.