Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Fornuis

betekenis & definitie

o. (...nuizen), stookinrichting niet of niet in de eerste plaats dienende om een woonruimte te verwarmen, b.v. voor een stoomketel, smids- of smeltvuur; in ‘t bijz.: kookkachel, soort van vierkante kachel waarop men tegelijkertijd verschillende dingen kan koken, braden of stoven; gewoonlijk is er ook een oven in; —DEUR, v. (-en); —DEURTJE, o. (-s); —GAT, o. (-en), opening in een fornuis ; —KACHEL, v., kachel tevens als fornuis dienend; —PIJP, v. (-en); —PLAAT, v. (...platen); —POT, m. (-ten); —ROOSTER, m. (-s).

< >