Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ezelsoor

betekenis & definitie

o. (...oren),

1. oor van of als van een ezel.
2. (fig.) omgevouwen of omgekrulde hoek van een blad in een boek.
3. (mv.) stel koptelefoons.
4. (plantk.) volksn. voor de smeerwortel (Symphytum officinale), de smalle weegbree (Plantago lanceolata), en de veldsla ( Valarianella olitoria).