Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- Hartjesklaver
- Hartjesschelp
- Hartkamer
- Hartkant
- Hartklep
- Hartklop
- Hartklopping
- Hartknaging
- Hartkolk
- Hartkramp
- Hartkruid
- Hartkuil
- Hartkwaal
- Hartkwelling
- Hartlap
- Hartlast
- Hartleed
- Hartliefje
- Hartlijder
- Hartlijn
- Hartontsteking
- Hartoor
- Hartpaal
- Hartperzik
- Hartplank
- Hartpunctie
- Hartpunt
- Hartput
- Hartroerend
- Hartrot
- Hartschelp
- Hartscheur, v. (-en)
- Hartschild
- Hartschrap
- Hartschreef
- Hartsgeheim
- Hartshoorn
- Hartslag
- Hartspier
- Hartsteke(n)
- Hartsterkend
- Hartsterking
- Hartstikke
- Hartstocht
- Hartstochtelijkheid
- Hartstochteloos
- Hartstreek
- Hartstreng
- Hartstuk
- Hartsvanger
- Hartsvriend
- Harttak
- Harttoon
- Harttui
- Hartvang
- Hartverheffend
- Hartverlamming
- Hartverscheurend
- Hartversterking
- Hartvervetting
- Hartverwijding
- Hartvlies
- Hartvorm
- Hartvormig
- Hartwater
- Hartwerking
- Hartwond
- Hartwortel
- Hartzakje
- Hartzeer
- Hartziekte
- Hartzwakte
- Has nisi periturus mihi adimat nemo
- Has poenas garrula lingua dedit
- Has ultra metas beatam spem expectantes requiescunt
- Hasdrubal
- Hasjiesj
- Hasp
- Haspel
- Haspelaar
- Haspelaarster
- Haspelarij
- Haspelen
- Haspeling
- Haspelknecht
- Haspelkruk
- Haspelkuip
- Haspelraam
- Haspeltje
- Haspelwagen
- Haspelwerk
- Hassebassen
- Hassebasserij
- Hassebassie
- Hast du die sorge nie gekannt?
- Hatelijk
- Hatelijkheid
- Hateling
- Haten
- Hater
