Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- Hatsji(e)
- Haud facile emergunt quorum virtutibus obstat res angusta domi
- Haud mora
- Haud passibus aequis
- Haud sine gloria
- Haud timet mortem qui vitam sperat
- Haurit aquam cribro, qui discere vult sine libro
- Hausse
- Haussebeweging
- Haussepositie
- Haussepremie
- Haussespeculant
- Haussespeculatie
- Haussier
- Haut-reliëf
- Hautain
- Haute-finance
- Haute-nouveauté
- Haute-volée
- Hauw
- Hauwtje
- Havan(n)a
- Havan(n)akleur
- Havan(n)akleurig
- Havan(n)asigaar
- Havan(n)atabak
- Havan(n)auitschot
- Have
- Have rij
- Have tasted the sweets and the bitters of love
- Have-not
- Havelock
- Haveloos
- Haveloosheid
- Haven
- Havenaanleg
- Havenanker
- Havenarbeider
- Havenbeambte
- Havenbedrijf
- Havenbekken
- Havenbestuur
- Havenboei
- Havenboom
- Havenboot
- Havendam
- Havendienst
- Havendijk
- Havendrukte
- Havenen, binnenlopen
- Havenen, toetakelen
- Havenfort
- Havenfront
- Havengeld
- Havengetal
- Havenhoofd
- Havenkade
- Havenkant
- Havenkantoor
- Havenketting
- Havenkom
- Havenkosten
- Havenkraan
- Havenlicht
- Havenloods
- Havenmeester
- Havenmond
- Havenmuur
- Havenplaats
- Havenplateau
- Havenpolitie
- Havenrecht
- Havenreglement
- Havenschap
- Havenstad
- Havenstaking
- Havenstoomboot
- Havenstraat
- Haventijd
- Haventje
- Haventon
- Haventong
- Havenverkeer
- Havenvuur
- Havenwerken
- Havenwerker
- Havenwijk
- Havenzate
- Haver
- Haveraaltje
- Haveraar
- Haverakker
- Haverangel
- Haverbel
- Haverbier
- Haverbloem
- Haverbonbons
- Haverbrand
- Haverbreker
- Haverbrij
