Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- Bakpoeder
- Bakrand
- Bakrecht
- Bakruimte
- Bakschelp
- Bakschol
- Baksel
- Baksen
- Baksjisj
- Bakskist
- Bakslagerij
- Bakslede
- Baksmaat
- Bakspier
- Baksrol
- Bakstag
- Bakstagskoelte
- Bakstagswind
- Bakstagtalie
- Baksteen
- Baksteenbouw
- Baksteenconstructie
- Baksteenfabriek
- Baksteenindustrie
- Baksteenpoeder
- Bakstenen
- Bakstent
- Bakster
- Bakstuk
- Baksvolk
- Bakszeuntje
- Baktafel
- Bakte
- Baktong
- Baktrog
- Bakvis
- Bakvissenromannetje
- Bakvissentaal
- Bakwaarde
- Bakwagen
- Bakzeilhalen
- Bakzo
- Bakzootje
- Bal
- Baladeur
- Balak
- Balalaïka, balaleika
- Balalaïkamuziek
- Balalaïkaorkest
- Balanceerlijn
- Balanceermes
- Balanceerpers
- Balanceerstok
- Balanceren
- Balans
- Balansarm
- Balansas
- Balansboek
- Balansbok
- Balanscontrole
- Balansjuk
- Balansmachine
- Balansopruiming
- Balansplaat
- Balansploeg
- Balanspriem
- Balansrekening
- Balansrif
- Balansroer
- Balansuitverkoop
- Balansveer
- Balansvlak
- Balanswaarde
- Balataboom
- Balataindustrie
- Balatariem
- Balatazool
- Balatum
- Balboekje
- Baldadig
- Baldadigheid
- Baldakijn
- Balder
- Balderen
- Balé-balé
- Balein
- Baleinen
- Baleinkorset
- Baleintje
- Baleniet
- Balg
- Balgentreder
- Balgregister
- Balgroeve
- Balgziekte
- Balhamer
- Balhamerhoofd
- Balie, leuning
- Balie, tobbe
- Baliekluiver