(duldde, heeft geduld),
1. (kwade bejegeningen, smart) lijdzaam ondergaan, verdragen, verduren: dat is niet langer te dulden; geen tegenspraak dulden;
2. (iets dat ongepast of ongeoorloofd is) toelaten: dergelijke overtredingen kunnen niet meer geduld worden; als beleefde term : duld dat ik u zegge ;
3. het bijzijn verdragen van : ik duld hem hier niet langer, ik wil niet dat hij hier blijft; — we worden geduld, wij mogen blijven maar men zou ons liever zien heengaan;
4. (met ontkenn.) niet verenigbaar zijn met, niet vatbaar voor : dat duldt geen tegenspraak.