Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Driemanschap

betekenis & definitie

o. (-pen), (Rom. gesch.) verbond, bewind, waardigheid der driemannen: het eerste driemanschap (Pompejus, Caesar en Crassus); het tweede driemanschap (Octavianus, Antonius en Pelidus); — (in ’t alg.) drie personen die samen een zeker bewind voeren of tot enig doel samenwerken; — (scherts.) een edel driemanschap, drie boeven, dronkaards enz.