I. (debiteerde, heeft gedebiteerd), (<Fr.), als debet boeken ; iem. voor zeker bedrag debiteren, dat bedrag op zijn rekening zetten, te zijnen laste boeken.
II. (debiteerde, heeft gedebiteerd), (<Fr.),
1. in het klein verkopen, aan de man brengen (goederen);
2. (fig.) verkopen, opdissen, vertellen: leugens debiteren ; uien {grappen) debiteren.