Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Cronus

betekenis & definitie

Gr. Kro'nos, de jongste der Titanen, de Rom. Satur'nus, zoon v.

U'ranus en Gae'a, vader van Hades, Posei'don, Zeus, Hes'tia, Hera en Deme'ter; hij beroofde zijn vader U'ranus van de heerschappij over de wereld en, opdat niemand hem zou bedreigen, verslond hij de kinderen die Rhea hem baarde ; maar Rhea verborg Zeus en door deze werd Kronos op zijn beurt onttroond. Later verzoenden vader en zoon zich echter en Kronos heerst sedert dien op de eilanden der gelukzaligen. Als zoon van Cronus heet Zeus bij Homerus dikwijls Kroni'des.