(boordde, heeft geboord),
1. (van kledingstukken) er een boordsel, een rand om- of aannaaien: een hoed, een japon boorden; — (wapenk.) met een zoom omgeven.
2. (rivieren, zeeën, wegen, bossen, steden enz.) als (met) een boord omgeven, zich als een boord uitstrekken langs.