Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bob

betekenis & definitie

I. jongensnaam, uit Robert.

II. v. (-ben), bobslee, lange plankvormige slee, voorzien van twee stellen ijzers (om te sturen en om te remmen), waarmede men langs besneeuwde berghellingen afglijdt; één-twee-bob, commando waarbij de bemanning zich uit de liggende houding met een ruk opheft om zich daarna weer achterover te leggen; dit geschiedt om de snelheid te vergroten.

< >