Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Begroting

betekenis & definitie

v. (-en),

1. raming, inz. voorlopige berekening van de kosten van een te maken werk: een begroting maken, laten opmaken;
2. in ’t bijz.: raming van de kosten van een lands-, gemeentebestuur over een toekomstig tijdperk; wetsontwerp waarbij de staatsuitgaven, en de middelen om daarin te voorzien, jaarlijks worden vastgesteld: de begroting wordt in September bij de Tweede Kamer ingediend; de begroting wordt eerst in de sectiën en daarna in een openbare zitting behandeld; nieuwe posten op de begroting brengen; — er komen weer drie nieuwe oorlogsbodems op de begroting voor, daarvoor wordt geld door de regering gevraagd.