Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Toekomstig

betekenis & definitie

bn.,

1. te eniger tijd zullende aanbreken;
2. in later tijd zullende optreden, zich voordoen of vertonen: een toekomstige verhoging; de toekomstige verhouding van België tot NoordNederland; (rechtst.) toekomstige zaken, die nog niet aanwezig zijn of die nog niet aan de persoon in kwestie toebehoren;
3. in de toekomst een hoedanigheid of functie zullende hebben of vervullen, welke uitgedrukt wordt door het zn. waarvan toekomstig het attribuut is: de toekomstige vorst; onze toekomstige gade, onze aanstaande vrouw.