v. (-en), (ook BASI'LICA) (Lat,),
1. (bij de Romeinen) langwerpig vierkant gebouw met zuilenrijen, waarin zij gerechtszittingen hielden en handelszaken afdeden ; later soms als Christ. kerk gebruikt; vandaar : Christelijke kerk in dezelfde vorm gebouwd met verhoogd middenschip ;
2. (R.-K.) eretitel van sommige kerken: de kathedrale basiliek van St.-Jan in ’s-Hertogenbosch.