Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Automobiel

betekenis & definitie

m. (-en), motorrijtuig, bestuurbaar rij- of voertuig op drie of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin of daaraan bevindende motor, meestal gedreven door benzine. [Opm. In samenstellingen zegt men kortheidshalve meestal auto-; niet ongewoon zijn echter automobielfabriek, -industrie, -motor, -sport, -weg.]

< >