Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Allernaast

betekenis & definitie

I. bn., het dichtst bij gelegen, wonende : de allernaaste stad, buurman; — (fig.) wie is u het allernaast het nauwst verwant; de allernaaste prijs, de minste prijs waarvoor men iets geven, verkopen wil;

II. bw., vlak bij, onmiddellijk naast: dat is hier allernaast; III.voorz., hij woont allernaast de school, vlak naast de school.

< >