(snipperde af, heeft afgesnipperd),
1. bij snippers, bij kleine stukjes of reepjes afscheiden en I wegnemen : de ongelijke kanten van een stuk papier afsnipperen ;
2. (fig.) (kleine tijdruimten) met overleg; uitwinnen, uitsparen, uitbreken door de gewone bezigheden wat te bespoedigen : ik heb moeite genoeg om dagelijks een uur voor mijn liefhebberij studie af te snipperen; afgesnipperde uren, snipperuren.