m. (...kopen),
1. het vrijkopen van personen uit zekere betrekking: zijn afkoop uit de dienst heeft zijn vader vrij wat geld gekost;
2. het terugkopen van verbeurd- of prijs verklaarde goederen;
3. betaling van een som gelds om een eind te maken aan een bestaande verplichting : afkoop van grondrenten, tienden enz., of om onaangename gevolgen of een dreigende schade te voorkomen (belediging, plundering).