1. door ’t graven van een scheiding (greppel, sloot of gracht) afzonderen ;
2. door graven wegnemen, zodat de ondergrond bloot komt: een veenlaag, geestgrond af graven ; — door weggraven lager of vlak maken: een duin, een weg afgraven;
3. de vereiste helling (aan het zijvlak van een aardwerk) geven door het weggraven der overtollige aarde.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Afgraven
betekenis & definitie