Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Accumulator

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-to'ren), opzamelaar van arbeidskracht, inz.

1. apparaat tot het opzamelen van electrische energie, om die op een andere tijd en een andere plaats weer te kunnen gebruiken;
2. energiereservoir aan hydraulische persen en pompwerktuigen, b.v. om een constante druk in de persleiding te verkrijgen.

< >