Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aanknoping

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het aanknopen of verbinden : (weverst.) de verbinding of vasthechting van een kettingdraad door de inslagdraad, die er overheen geleid wordt;
2. punt waar het aanknopen plaats heeft; (weverst.) punt waar de inslagdraad de kettingdraad af bindt; samenhangende aanknopingen, die aan elkaar grenzen en daardoor (vaak schuins) over de stof voortlopende strepen vormen: rips en keper zijn weefsels met samenhangende aanknopingen; — verspreide aanknopingen, die verspreid of verstrooid over het weefsel zijn aangebracht;
3. verbinding van een deel ener rede met de overige delen.

< >