Synoniemen zoeken
Uitgelicht
Ontwerp nu je advertentie. Direct online!
Synoniem van vervallen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vervallen
vervallen - zeg je van schulden die invorderbaar worden. Synoniem: verschijnen.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Vervallen
Afnemen en verminderen zijn synoniem met luwen voor zooverre zij van de gesteldheid van wind of weder gebruikt worden. Van den wind gebruikt, zegt luwen dat de eerst hevige wind vermindert of stil wordt, van het weder dat koude zich minder doet gevoelen. In overdrachtelijke beteekenis wordt het ook gebruikt voor het verminderen van gevaar; verder voor het kleiner ot minder worden in omvang, in hoedanigheid of hoeveelheid. Tegenover af-nemen staat toenemen, tegenover verminderen staat vermeerderen. Ver¬minderen is minder worden; door de comparatief welke er aan ten grond¬slag ligt, wordt reeds uitgedrukt dat de toestand, waarin iets verkeert, vergeleken wordt met een vorigen toestand, terwijl men bij afnemen alleen de werking, die op het oogenblik plaats heeft, in het oog houdt. Gaat het afnemen sterk voort, zoodat er zich sporen van geheele ineenzinking of te niet gaan van de zaak of den persoon beginnen te vertoonen dan wordt het vervallen. Afneming van krachten kan licht tot verval van krachten over¬gaan. Hun omzet neemt af, doch hun handelsgeest vermindert niet.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vervallen
vervallen - bijvoeglijk naamwoord, onregelmatig werkwoord
uitspraak: ver-val-len
1. niet onderhouden en krakkemikkig
♢ ze woonde in een vervallen schuur
2. vermagerd en afgevallen
♢ ze ziet er nogal vervallen uit de laatste tijd
3. wat niet meer geldt
♢ zijn lidmaatschap is vervallen
1. bouwvallig worden, aftakelen
♢ de huizen in deze straat zijn vervallen
2. ongeldig worden, afgeschaft worden
♢ deze strippenkaart is vervallen
3. erin terechtkomen
♢ hij vervalt weer in zijn oude fouten
1. ik verval in herhaling
[ik herhaal mezelf]
Bijvoeglijk naamwoord: ver-val-len
Onregelmatig werkwoord: ver-val-len
ik verval
jij/u vervalt
hij/zij vervalt
wij/zij/jullie vervallen
ik/jij/u/hij/zij verviel
wij/zij/jullie vervielen
hij is vervallen
de/het/een vervallen ....
Synoniemen
bouwvallig